Skip to main content
FilePdf

Mobiliteit

De provinciebesturen bouwen aan duurzame en innovatieve mobiliteitsvisies die rekening houden met ieders individuele verplaatsingsbehoeften. Fietsen staat hier hoe dan ook centraal: de provincies streven naar een groter aandeel van de fiets in het verplaatsingsgedrag (modal shift), onder meer door de uitbreiding van het fietssnelwegennetwerk. Daarnaast zijn de provincies al jarenlang actor en partner in het beleid rond trage wegen/mobiliteit, mobiliteitseducatie, woon-werkverkeer en bovenlokale samenwerking rond mobiliteit. Deze ervaring en expertise werden begin 2019 opnieuw erkend in het tweede Mobiliteitscharter, dat de provinciebesturen overeenkwamen met de Vlaamse minister.

Enerzijds verlenen de provincies diensten aan lokale besturen, onder meer door te functioneren als expertisecentrum en door te waken over bovenlokale gebiedsgerichte mobiliteitsvisies. Anderzijds is ook de dienstverlening aan burgers, scholen (bijv. verkeerseducatie, schoolroutes) en private actoren (woon-werkverkeer) zeer belangrijk. De verworven expertise in deze domeinen en de opgebouwde contacten en relaties in het veld zijn duidelijk en zorgen voor een efficiënt mobiliteitsbeleid dat dicht bij de betrokken actoren en de realiteit staat.

1. Toekomstgericht bovenlokaal fietsbeleid

De provinciebesturen hebben de ambitie om van de fiets het speerpunt te maken van de modal shift. Fietsverplaatsingen zijn hoofdzakelijk lokale, intergemeentelijke en bovenlokale verplaatsingen. Rekening houdend met hun positie als intermediair bestuur dat dicht bij de lokale besturen staat, blijven de provincies het bestuursniveau bij uitstek om hun ambitieus en samenhangend fietsbeleid verder uit te rollen. 

Meer dan 9 op de 10 gemeenten die deelnamen aan de enquête ‘lokaal fietsbeleid 2022’ werken samen met de provincies, voornamelijk rond fietsinfrastructuur. Uit diezelfde bevraging blijkt dat de provincies één van de partners zijn die de hoogste tevredenheid wegdragen bij de lokale besturen. Het fietsbeleid is bij uitstek het resultaat van samenspel tussen verschillende beleidsniveaus. Krachten en kennis worden gebundeld ten dienste van de fietser. De provincies vervullen een trekkende rol als coördinator, expert, financierder en uitvoerder van het fietsbeleid.

Fietsbeleid blijft dan ook het provinciaal speerpunt. Concreet gaat het over een investerings- en subsidiebeleid aan gemeenten, het aanbieden van expertise en ondersteuning en het realiseren van bovenlokale fietsinfrastructuur. Hoewel er steeds gezocht wordt naar de juiste balans om de verschillende facetten van het fietsbeleid aan bod te laten komen, willen de provincies prioritair inzetten op de realisatie van de functionele fietsroutenetwerken, met de fietssnelwegen als ruggengraat van het netwerk.

Als bovenlokaal bestuur bewaken de provincies verder de samenhang van de netwerken, leggen ze de lat hoog bij realisaties, bewaken ze de herkenbaarheid en verzoenen of overstijgen ze hierbij de lokale belangen. Dankzij de goede samenwerking tussen de provincies onderling geldt deze ambitie over de provinciegrenzen heen. De provincies blijven dan ook hun coördinerende trekkende rol spelen om de ambitie van het volledig uitbouwen van het BFF- en  fietssnelwegennetwerk waar te maken. De opgebouwde vertrouwensband met de lokale afdelingen van de verschillende beleidsdomeinen en de terreinkennis is hierbij een essentiële factor.

De provinciale webpagina www.fietssnelwegen.be brengt in kaart hoe de verschillende fietssnelwegen lopen en welke projecten er zijn.

Mikaël Van Eeckhoudt - Voormalig Algemeen directeur Fietsersbond

‘De Vlaamse provincies spelen hun grondgebonden bevoegdheden ten volle uit, zeker wat fietsbeleid betreft. De vooruitgang die door hun inzet geboekt wordt, is tastbaar voor fietsers en dat is vanuit ons oogpunt voor de Fietsersbond de grootste meerwaarde van de provincies.’

Mikaël Van Eeckhoudt - Algemeen directeur Fietsersbond

 2. Het stimuleren van duurzaam woon- werkverkeer

De provincies zijn de ideale partner in het Vlaams beleid rond woon- en werkverkeer omdat ze dicht bij het regionaal economisch weefsel staan én een brede kennis hebben van de regionale mobiliteitssituatie. Het behalen van effectieve resultaten vergt maatwerk en is arbeidsintensief.

Een voorbeeld van die gebiedsgerichte werking op maat zijn de Provinciale Mobiliteitspunten (PMP’s). Dit zijn info- en adviespunten voor bedrijven die meer willen weten over duurzaam vervoer, woon-werkverkeer en alternatieven voor de auto op grotere schaal in hun provincie. Het terreinwerk van de PMP’s leidt tot meetbare, positieve resultaten, zodat het bedrijvennetwerk zich gestaag uitbreidt. Cijfers tonen aan dat de Vlaamse ondernemingen de PMP’s beschouwen als (neutraal en aanspreekbaar) eerstelijnscontact. Dit vertaalt zich onder meer in een groeiend aantal aanvragen voor pendelfondsprojecten.

PMP-resultaten

Een echte motor voor het in gang zetten en continueren van een duurzaam mobiliteitsbeleid binnen bedrijven is de woon-werkcampagne “de testkaravaan komt er aan”. Met de testkaravaan –  die in Vlaams-Brabant de Fietstest wordt genoemd – kunnen bedrijven en hun werknemers twee weken lang een elektrische fiets, bakfiets, plooifiets, speed pedelec, enz. uittesten op hun eigen woon-werktraject. Deze laagdrempelige campagne was van bij de start zeer succesvol. Ongeveer 40% van de deelnemers-testers gaan één jaar nadien nog steeds duurzaam naar het werk. Bovendien lanceren veel bedrijven nadien concrete acties zoals een groepsaankoop elektrische fiets of fietslease. De testkaravaan werd opgestart door de provincie West-Vlaanderen en vond intussen uitbreiding naar nagenoeg alle provincies.

Voor de toekomst streven de provinciebesturen naar een nog sterkere integratie van de diverse acties van de begeleiding en samen met de Vlaamse overheid willen zij werken aan het stroomlijnen van de pendelfondsprocedure en een meer systematische monitoring van de modal shift op het terrein.

3. Blijvend inzetten op verkeersveiligheid en gedragswijziging

Naast infrastructuur en handhaving is ook educatie – in de meest brede zin van het woord – een onmisbaar instrument om verkeersgedrag te beïnvloeden. Verkeerseducatie kadert in het soort ‘flankerende’ maatregelen dat ook in de context van de basisbereikbaarheid prioritair is. Het verkeersveilig maken van tewerkstellings- en schoolomgevingen, en hun veilige en vlotte bereikbaarheid garanderen door een integraal aanbod van o.a. flankerende maatregelen, is één van de taken van de vervoerregioraad.

De provinciebesturen kunnen hier een belangrijke bijdrage leveren. Zij benaderen verkeers- en mobiliteitseducatie op een structurele, doelgerichte en ‘publieksgerichte’ manier, zonder de onlosmakelijke koppeling met de werkelijkheid (infrastructuur) over het hoofd te zien. Alle initiatieven die de provincies nemen, steunen bovendien op een geïntegreerde aanpak, met betrokkenheid van verschillende (publieke en private) partners, in complementariteit met actoren als de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) en met afstemming met de andere middelen die van belang zijn voor gedragsbeïnvloeding. De provincies zetten zo hun jarenlange expertise op gebied van gedragsbeïnvloeding o.a. in om school(fiets)routekaarten op te maken, om scholen en gemeenten effectief te ondersteunen door interactieve lespakketten, door het organiseren van opleidingen, door het aanbieden van omvattende educatieve programma’s zoals het 10-op-10-label, door een 1-op-1 begeleiding van bedrijven enz.

 

Duurzaam Woon-werk-verkeer

 


Bijlagen

Provinciaal Mobiliteitscharter 2013

  • Wetgeving
Download

Provinciaal Mobiliteitscharter 2019

  • Wetgeving
Download

Ontwerpdecreet Basisbereikbaarheid

  • Wetgeving
Download

VVP-Standpunt Ontwerpdecreet Basisbereikbaarheid

  • VVP Standpunt
Download

VVP Brief Basisbereikbaarheid

  • Ondersteunend
Download

Contact

Beleidsadviseur: Ewoud De Tollenaere ([email protected]).

Elke provincie is uiteraard uniek. Bekijk hier wat uw provinciebestuur voor u doet inzake mobiliteitsbeleid: