Skip to main content
FilePdf

Milieu & Natuur

In Vlaanderen staan natuur en landschap onder grote druk. De provinciebesturen leveren door hun streekkennis en expertise een waardevolle inbreng om uitdagingen op het terrein actiegericht aan te pakken. Hiermee sluiten zij naadloos aan bij doelstelling 14 ‘Leven in het water’ en 15 ‘Leven op het land’ van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.

De provinciebesturen nemen het voortouw om via partnerschappen functionele ecologische netwerken te creëren of te versterken. Een kwaliteitsvolle blauwgroene infrastructuur zal naast ruimte voor fauna en flora ook bijdragen aan een gezonde en kwaliteitsvolle leefomgeving. Ook de bescherming van de biodiversiteit via onder andere de soortactieplannen is een belangrijk aandachtspunt in het provinciale beleid. De provinciebesturen zetten via diverse beleidsinitiatieven in op het versterken en genietbaar maken van landschappen. De Bosgroepen en Regionale Landschappen vormen sterke actoren die het beleid van de provincies op het veld omzetten in concrete acties zoals bosuitbreiding, zorgbossen, inrichtings- en beheerwerken, communicatiecampagnes, ….

Daarbovenop zetten de provinciebesturen in op trajectbegeleiding op maat voor kleuter-, lagere en secundaire scholen om te werken aan een duurzame leeromgeving/vergroening via Milieuzorg Op School (MOS). De provincies blijven investeren in kennisopbouw en -ontsluiting van biodiversiteitsdata, wetgeving en ecologisch beheer. De provinciale centra voor milieuonderzoek zijn hierbij belangrijk, net als het Interprovinciaal Kenniscentrum, dat provinciegrensoverschrijdend specifieke ondersteuning aanbiedt.

1. Groenblauwe netwerken 

De provincies hebben de decretale taak om natuurverbindingsgebieden af te bakenen en te realiseren. De provinciebesturen zijn dan ook trekker om samen met partners (gemeenten, regionale landschappen, bosgroepen,  … ) functionele ecologische netwerken te creëren of te versterken. De provincies vertrekken vanuit een ruimtelijke of landschapsecologische visie om grote ecologisch waardevolle buitengebieden te creëren en deze als één netwerk te verbinden.

Deze ruimtelijke of landschapsecologische visie combineren de provinciebesturen met meerdere andere doelstellingen in de sfeer van biodiversiteit, recreatie, landbouw, klimaat tot gebiedsgerichte projecten die ze uitvoeren samen met verschillende partners. De provinciebesturen beheren nagenoeg alle onbevaarbare waterlopen en zijn eigenaar van een aanzienlijke oppervlakte aan domeinen en natuurterreinen. De provinciale groendomeinen en parken vormen zo grote aaneengesloten stukken natuur en open ruimte. In samenwerking met de provinciale diensten voor duurzaam milieu en natuurbeleid worden voor deze groendomeinen en parken natuurbeheerplannen en natuurstreefbeelden opgemaakt.

 

Gestroomlijnd landschap

2. Soortgerichte werking  

De provinciale soortengerichte werking spitst zich toe op sensibilisering en biotoopcreatie voor zeldzame en bedreigde plant- en diersoorten (bijvoorbeeld de veldleeuwerik, gladde slang, boomkikker,… ) die meer in één bepaalde provincie voorkomen dan in de rest van Vlaanderen of specifieke doelsoorten of –families waarvan de populaties onder druk staan (bijen-insecten). Dankzij deze inzet op prioritaire en symboolsoorten  beschermen en versterken de provincies bovendien het hele ecosysteem van deze en vele andere soorten. 

De provinciebesturen spelen hiervoor een belangrijke sensibiliserende en stimulerende rol ten aanzien van burgers en specifieke doelgroepen (landbouwers, natuurverenigingen,…). Talloos zijn de provinciale initiatieven waarmee agronatuur (al of niet in termen van experimentele beheersovereenkomsten, bijvoorbeeld met betrekking tot akkervogels) en ecotuinen (siertuinen en/of moestuinen) bij burgers worden gestimuleerd.

Verder is er oog voor de bestrijding van invasieve uitheemse soorten in samenwerking met meerdere actoren op het terrein. 


 

Danny Jacobs - Directeur Bond Beter Leefmilieu

Door in één gebied tegelijk in te zetten op natuurontwikkeling, een betere waterhuishouding, het opwaarderen van trage wegen, het ontwikkelen van fietsroutes of het aanplanten van kleine landschapselementen, ontstaan tal van win-win situaties. Hiermee neemt de provincie haar taak op om gebiedsgericht, samen met verschillende sectoren, verenigingen en gemeentebesturen, werk te maken van robuuste en veerkrachtige landschappen.

Danny Jacobs - Directeur Bond Beter Leefmilieu

 

3. Regionale Landschappen en Bosgroepen

De vijf provinciebesturen ondersteunen en coördineren de werking van de 18 Regionale Landschappen en 10 Bosgroepen (sinds de Interne Staatshervorming van 2011) binnen hun gebied en stemmen deze af op de andere gebiedsgerichte initiatieven in landschapsontwikkeling, biodiversiteit, recreatie en erfgoed in de provincie. 

De provinciebesturen versterken via diverse  beleidsinitiatieven en instrumenten de landschappen en maken deze genietbaar. Bosgroepen en Regionale Landschappen zijn daarbij onmisbaar op het terrein. De Regionale Landschappen en Bosgroepen streven op verschillende manieren naar meetbare resultaten, maar hebben enkele gemeenschappelijke troeven:

  • Gebiedsgericht: Regionale Landschappen en Bosgroepen werken op een laagdrempelige manier samen met  private eigenaars en publieke spelers  aan habitatgebieden en instandhoudingsdoelstellingen. 
  • Gebiedsondersteunend dragen de Regionale Landschappen en Bosgroepen bij aan het functioneel ecologisch netwerk in Vlaanderen. Samen met de provincies, gemeenten en private partners worden natuurgebieden en landschappen ecologisch met elkaar verbonden. Ontsnippering, versterking en streekidentiteit zijn steeds belangrijkere doelstellingen.
  • Gebiedsdekkend: Nagenoeg alle Vlaamse gemeenten worden bediend.  De uitbreiding van het aantal Regionale Landschappen en de aangesloten gemeenten moet samengaan met een evenredige uitbreiding van het budget (gedeelde kost Vlaanderen, provincies en gemeenten). Om het beheer van openbaar groen en kleine landschapselementen nóg efficiënter te maken, startten de provinciebesturen met de structurele oprichting van een loket onderhoud buitengebied (LOB). Daarin werken verschillende gemeenten samen met de provinciebesturen een inventaris en werkplan uit voor verschillende vormen van landschapsonderhoud. De provinciebesturen zetten ook fors in op meer klimaatbestendige en biodiverse bossen, via samenwerking met de Bosgroepen en/of een eigen provinciale boswerking.

 

Logo VORL

VORL kaart

Bron: www.regionalelandschappen.be, 2023

Bosgroep Logo KaartBron: https://bosgroepen.be/, 2022

 

4. Landschapsparken en nationale parken

De provinciebesturen hebben een jarenlange ervaring met het opzetten van gebiedscoalities. Het verbaast dan ook niet dat de provinciebesturen samen met de regionale landschappen,  indieners zijn voor het gros van de aanvragen in het kader van de oproep  “Landschaps- en Nationale Parken”. De provincies zullen dan uiteraard de dragende partij zijn voor de realisatie van de masterplannen.

5. Mondiaal beleid

De provinciebesturen dragen niet enkel bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen en bescherming van de biodiversiteit in de eigen provincie, maar werken ook via het mondiaal beleid aan concrete initiatieven. Ze ondersteunen en zetten bijvoorbeeld projecten op via diverse verenigingen en ngo’s. Deze projecten gaan van vorming en sensibilisatie over waterbeheer, duurzame landbouw tot effectieve terreinrealisaties zoals het aanplanten van een nieuw bos. 

6. Natuur- en milieueducatie

Natuur- en milieueducatie (NME) en Educatie voor Duurzame ontwikkeling (EDO) blijven een kernopdracht voor de provinciebesturen.  In de provinciale centra en domeinen beleven bezoekers de natuur en krijgen ze inzicht in diverse duurzaamheidsthema’s. Brandend actuele thema’s daarbij zijn klimaat en biodiversiteit. Er is een zeer divers aanbod voor schoolgroepen met biotoopstudies, veldwerk, excursies, tentoonstellingen, … . Dit gebeurt op heel uiteenlopende locaties, bijvoorbeeld het Zwin in Knokke, De Kaaihoeve in Zwalm, het Provinciaal Instituut voor Milieu Educatie in Lier, Het Vinne in Zoutleeuw of het Provinciaal Natuurcentrum in Genk.

Met de provinciale activiteiten voor schoolgroepen versterken de provincies de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben voor  een duurzame levensstijl. Het provinciale NME/EDO-aanbod geeft zo in belangrijke mate mee uitvoering aan de Sustainable Development Goals, in het bijzonder SDG 4 (kwaliteitsvol onderwijs) en SDG 13 (klimaatactie).  Daarbij doen de provincies zowel aan onthaal-NME in hun bezoekerscentra als aan mobiele NME (waarbij de scholen bediend worden in hun eigen omgeving).

De doelgroepen blijven overigens niet beperkt tot het onderwijs.  Via events en publiekswerking wordt ook de interesse, het draagvlak en zo mogelijk zelfs het ambassadeurschap van brede lagen van de bevolking versterkt. 

Met  MOS-werking ondersteunen de provincies – in samenwerking met Departement Omgeving en de Vlaamse Gemeenschapscommissie - scholen om een ‘duurzame straffe school’ te worden. De MOS-begeleiders ondersteunen de scholen met trajectbegeleiding op maat, vormingen, actiedagen, … en dit rond diverse duurzaamheidsthema’s. De laatste jaren zijn vooral vergroenen van scholen, klimaatvriendelijke scholen, outdoor education, buiten leren, klimaat, … erg actuele thema’s. Vandaag wordt MOS in de onderwijswereld erg gewaardeerd als referentie voor Educatie voor Duurzame Ontwikkeling.

De provinciebesturen ontwikkelen bovendien verschillende initiatieven voor een brede doelgroep met onder andere de opleiding van werking van de natuurgidsen, natuurwandelingen,… met en voor actoren die een rol opnemen op het vlak van bovengemeentelijke natuur- en milieu-educatie.

 

7. Onderzoek en data

De provinciale diensten voor milieuonderzoek; het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Oost-Vlaanderen (PCM) en het Antwerpse Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH), zijn belangrijke kenniscentra voor onderzoek en kennisopbouw. Hierbij wordt geïnvesteerd in samenwerking met gemeenten, universiteiten en andere overheidsniveaus. De centra beschikken over expertenteams voor water, bodem, geluid, milieuwetgeving, handhaving en milieu/gezondheid. De provinciale centra vormen de backoffice voor gemeentelijke vragen op het vlak van milieu en gezondheid.

De provinciebesturen blijven verder ook investeren in kennisopbouw en kennisontsluiting van biodiversiteitsdata, wetgeving en ecologisch beheer. Generieke kennisontsluiting doen zij via de provinciale geoloketten. Meer specifieke data verzamelen ze onder andere in Provincies in Cijfers.

8. Natuur en gezondheid

Er is veel wetenschappelijk bewijsdat groen/natuur een bijdrage levert aan het verbeteren van de gezondheid van omwonenden en bezoekers  (positieve effecten op mentale gezondheid en fysieke conditie, betere cognitieve, fysieke en sociale ontwikkeling van kinderen, zorgtoerisme, … ). De provincies zijn goed geplaatst om de grondgebonden component in de relatie natuur en gezondheid (verder) vorm te geven. Het gaat immers om maatregelen waar de provincies al veel ervaring mee hebben, al dan niet via de projectwerking van regionale landschappen en bosgroepen, zoals bijvoorbeeld:

  • beheer groendomeinen
  • bosuitbreiding
  • trage wegen
  • ondersteunen gemeente bij groenbeheer
  • realisatie speelbossen
  • vergroenen speelplaatsen, zorginstellingen, bedrijventerreinen

De provincies volgen de wetenschappelijke evoluties in de functionele relatie natuur en gezondheid nauwlettend op. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de leerstoel Zorg en Natuurlijke leefomgeving bij de Universiteit Antwerpen (gesubsidieerd door de provincie Antwerpen). De beschikbare informatie vertalen de provincies dan door naar het terreinbeheer en richting doelgroepen zodat de baten voor gezondheid stelselmatig stijgen.

9. Interprovinciaal Kenniscentrum

In de vijf provinciebesturen samen werken meer dan 300 deskundigen rond milieu en aanverwante thema’s: een grote bron aan informatie en expertise. Door de handen in elkaar te slaan, staan de provincies sterker en zijn ze efficiënter. Het Interprovinciaal Kenniscentrum (IPKC bundelt de ruim aanwezige wetenschappelijke expertise en dienstverlening van de provincies en stelt deze beschikbaar aan alle provinciebesturen en lokale besturen. Dit interprovinciaal dienstverleningsaanbod bestaat uit o.a. milieutechnische onderzoeken van het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (PCM) en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) en wordt gestroomlijnd via een dienstverleningsplatform waar provincies en lokale besturen alle diensten kunnen raadplegen en aanvragen. De prestaties worden naargelang de vraag gratis of tegen kostprijs geleverd.

Jaarlijks organiseert het IPKC in samenwerking met de VVP een thematische netwerkdag  voor alle provinciale deskundigen en partners. Ook ondersteunt het IPKC praktisch  regelmatig (provincie)grensoverschrijdende initiatieven, bijvoorbeeld rond openbare verlichting.

10. Dierenwelzijn

De aandacht voor dierenwelzijn groeide zowel bij overheden, bedrijven en burgers de laatste jaren stelselmatig. Heel veel vragen en bekommernissen rond dit thema komen bij de steden en gemeenten terecht. Zij beschikken echter niet altijd over de kennis en de middelen om op deze vragen en noden in te spelen. De Vlaamse provincies ondersteunen de steden en gemeenten daarom op het vlak van dierenwelzijn volgens eigen inzichten en mogelijkheden. De provinciale ondersteuning gaat in de eerste plaats over het beleid rond gezelschaps- en wilde dieren. De provincies nemen initiatieven om de werking van de dierenasielen en aanverwante verenigingen op hun grondgebied, zoals de opvangcentra voor wilde dieren, te ondersteunen. De middelen vanuit de Vlaamse overheid zijn immers verre van voldoende om overal waar nodig een professionele opvangstructuur uit te bouwen en professioneel uit te baten.

 

Contact

Beleidsadviseur: Brent Roobaert  ([email protected] of 0472 24 61 78).

Elke provincie is uiteraard uniek. Bekijk hier wat uw provinciebestuur voor u doet inzake Milieu- en Natuurbeleid: