17 april 2020 | Onderhandelingen die lang voor Coronacrisis gestart waren hebben deze week tot een akkoord geleid voor de personeelsleden van de lokale en provinciale besturen. Dit akkoord bevat twee luiken: de verankering van een koopkrachtverhoging voor het personeel vanaf 1 januari 2020 en een engagement van de sociale partners om verder werk te maken van een hedendaags personeelsbeleid. Dit is een kleine maar wezenlijke ondersteuning voor alle lokale personeelsleden, die zeker in deze dagen meer dan welkom is.
Onderhandelingen die lang voor Coronacrisis gestart waren hebben deze week tot een akkoord geleid voor de personeelsleden van de lokale en provinciale besturen. Dit akkoord bevat twee luiken: de verankering van een koopkrachtverhoging voor het personeel vanaf 1 januari 2020 en een engagement van de sociale partners om verder werk te maken van een hedendaags personeelsbeleid. Dit is een kleine maar wezenlijke ondersteuning voor alle lokale personeelsleden, die zeker in deze dagen meer dan welkom is.
Het ontwerp van sectoraal akkoord kwam tot stand tussen de sociale partners, zijnde de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) en de drie representatieve vakbonden (ACV Openbare Diensten, ACOD en VSOA) en werd vandaag door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Aan dit akkoord gingen verregaande onderhandelingen vooraf. ‘Als minister van Binnenlands Bestuur ben ik tevreden dat we er met de sociale partners in geslaagd zijn om een akkoord uit te werken dat de koopkracht van de lokale personeelsleden verhoogt en dat een duidelijk engagement aanwezig is om te werken aan een flexibel en modern HR-beleid. We streven ernaar om in 2022 de nieuwe rechtspositieregeling in de praktijk te kunnen brengen. Ik wil dit realiseren op een constructieve manier in afstemming met de vertegenwoordigers van de werkgevers en het personeel’ aldus Bart Somers, vice minister-president, Vlaams minister samenleven, binnenlands bestuur en bestuurszaken. Vlaams Minister-president Jan Jambon vult aan ‘deze 1,1% koopkrachtverhoging is een hart onder de riem voor het talrijke personeel dat ook in deze moeilijke tijden van Corona de handen uit de mouwen steekt in de gemeenten en in tal van andere essentiële diensten op lokaal niveau zoals de kinderopvang, woonzorgcentra, enz.”
Koopkrachtverhoging
De koopkrachtverhoging voor de personeelsleden van de lokale en provinciale besturen omvat volgende concrete maatregelen :
- Personeelsleden die nog geen maaltijdcheque van 8 euro per gewerkte dag hebben, ontvangen een extra bedrag aan maaltijdcheques dat overeenstemt met 100 euro per jaar.
- Daarnaast ontvangt elk personeelslid 200 euro extra per jaar via maaltijdcheques, ecocheques, cultuur- of sportcheques of cadeaucheques.
- Een verhoging van het aanvullend pensioen voor de contractuele personeelsleden (de zgn. tweede pijler): de minimale bijdragevoet stijgt van 1% naar 2,5% of een gelijkwaardige dekking.
- Besturen die in 2019 reeds de koopkracht van hun personeel verhoogd hebben, mogen deze maatregelen verrekenen op het nieuwe akkoord.
‘Deze maatregelen komen tegemoet aan de vraag om, net als in andere sectoren, van een stuk koopkrachtverhoging te kunnen genieten. Het integraal akkoord, met name het sectoraal akkoord alsook de uitvoeringsmodaliteiten die nog zullen opgenomen worden in een afzonderlijke omzendbrief, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de achterban’ aldus de afgevaardigden van de werknemersdelegaties.
Gedeelde verantwoordelijkheid van alle overheden
‘Voor de personeelsleden die werken in de zorg, de culturele sector en de sociale economie neemt de Vlaamse overheid deze koopkrachtverhoging ten laste door de zogenaamde VIA5-middelen, naar analogie met de private social profitsector, het onderwijs en de eigen personeelsleden van de Vlaamse overheid’ aldus Wouter Beke, Vlaamse minister van Welzijn. Voor de andere personeelsgroepen betalen de lokale besturen die koopkrachtverhoging zelf. Politie en brandweer vallen niet onder het akkoord omdat voor hen federale regels gelden.
Modern HR-beleid
Naast de koopkrachtverhoging hebben alle sociale partners zich tevens geëngageerd werk te maken van een performant en modern HRbeleid. ‘Lokale besturen worden erkend als volwaardige werkgevers en krijgen ruimte om een eigentijds personeelsbeleid te voeren,’ aldus Wim Dries, voorzitter van de VVSG.
De sociale partners willen ook werk maken van meer vorming en opleiding. Ze richten daarvoor een fonds op dat ze samen beheren.
De uitvoeringsmodaliteiten worden verder uitgewerkt in een omzendbrief.
Meer info:
VVSG: Nathalie Debast, verantwoordelijke perszaken, 0497/31.80.77
VVP: Ann Schevenels, 0497/546232
Voor de vakbonden:
- Christoph Vandenbulcke, nationaal secretaris ACV-Openbare Diensten, 0479/290520
- Willy Van De Berge, federaal secretaris ACOD ABVV Openbare Diensten 0473/970060
Kabinet Minister Somers: Arthur Orlians, woordvoerder, 0476/26.67.42